woensdag 7 oktober 2015

“Als je loslaat, heb je twee handen vrij”

Dat las ik op een tegeltje aan de wand bij een zorgaanbieder. Zo is het maar net! En toch, loslaten is misschien wel het moeilijkste dat er is. Op zijn Cruijffiaans hoorde ik mezelf eens zeggen: hoe meer je loslaat, hoe meer je erboven opzit. Maar dat is wel wat ik vaak zie gebeuren, we laten eigenlijk niet los maar we vervangen het met andere benauwende controlemechanismen. Het vertrouwen is er niet… en dat is nou net wat we wel nodig hebben, vertrouwen om écht de ruimte te krijgen en verantwoordelijkheid te nemen.

Ruimte voor de (vraag en wensen van de) cliënt, ruimte voor de professional en ruimte voor de organisatie om kwaliteit te leveren. En passende verantwoordelijkheden om de ruimte te benutten. De beweging is al volop op gang gezet. Kwaliteit gonst door zorgland. Kwaliteit moet weer echt gaan over de zorg, zorg die geleverd wordt door de professional aan de cliënt, vanuit de cliënt. Een nieuw kwaliteitsbewustzijn, nieuw kwaliteitsdenken. Misschien is het wel helemaal niet zo nieuw, is het weer terug naar hoe het bedoeld was. Maar toch, dat we naar een ‘nieuwe situatie’ gaan geeft ook gelijk aan dat er een ‘oude’ is, en dat oude moet losgelaten worden.

Loslaten?
Heerlijk, het oude, niet-werkende loslaten! Ik ben nog niemand tegengekomen die negatief tegenover het ‘nieuwe kwaliteitsdenken’ staat. Hooguit verschillen in het ‘extreme’ van de overtuiging (‘alles wat er was moet anders’ versus ‘er zijn verbeteringen mogelijk’). De visie is ook heel aansprekend, weer echte tijd voor de cliënt, de professional weer in de hoofdrol, een faciliterende organisatie en ‘helpende’ externe instanties. En oh, de ruimte die ontstaat als we de oude en knellende regels loslaten! Dat biedt zo veel mogelijkheden om het echt anders te doen en echt te werken aan kwaliteit van leven van de cliënt!

En dan naar de praktijk. Daar beginnen de dilemma’s. Kan regeltje X echt wel weg? Hoe weet ik dat iedereen het goede doet volgens onze waarden? Hoe stuur ik zonder data? Wie is verantwoordelijk als er wat mis gaat? Hoe weet de inspectie of financier dat er kwaliteit geleverd wordt? Etc. etc. En met deze discussies lekt het enthousiasme weg. Maar de echte doodsteek is als we in reactie op deze vragen stiekem toch te veel dichtgetimmerd laten of weer keurig alles dichttimmeren op een nieuwe manier. De beleving van wantrouwen en  ‘controle- en beheersterreur’ groeit, enthousiast gemaakte medewerkers verliezen op hun beurt het vertrouwen in de organisatie. De kans op verandering is klein.

Vertrouwen!
Jarenlang heeft de organisatie gedraaid op basis van controle en beheersing, eigenlijk dus op basis van wantrouwen. De stap naar loslaten is vaak groter dan we denken (en meer dan een idee!). Logischerwijs kan deze stap dan ook niet in een keer gezet worden! Overal in de organisatie zitten radertjes die in samenhang draaien, als je één element verandert heeft dat invloed op een ander radertje. Een complex geheel en hoe groter de organisatie, hoe complexer de samenhang van radertjes. Dat betekent dat er stap voor stap ontdekt moet worden hoe de radertjes in de nieuwe situatie gaan draaien - waar lopen we vast en wat is dan de juiste keuze?

“Als je loslaat heb je twee handen vrij.” Maar wat doen we eigenlijk met twee vrije handen? Daarmee gaan we proberen en ontdekken!

En dat mag best leuk zijn, we zijn ten slotte op weg naar een betere situatie. Deze weg kan gevuld worden met prikkelende en enthousiasmerende activiteiten, waarbij nog niets vaststaat en waarbij door de hele organisatie heen ontdekt mag worden. Hoe leuk is dat! En ja, ook hier…dat is best lastig. Want iedereen moet meedoen, van bestuur tot werkvloer, iedereen ontdekt mee in de probeerruimte. Rollen veranderen en dat is nooit makkelijk. Opnieuw: loslaten en vertrouwen.

O jee… het zou toch eenvoudiger worden, terug naar hoe het hoort? Want zo klinkt dit niet… of toch wel? Wel als we duidelijke kaders kunnen scheppen en daarbinnen durven loslaten en durven te ontdekken: door vertrouwen te hebben. Wat vast staat is dat kwaliteit niet bedacht wordt in de bovenkamertjes, door de experts op afstand. Kwaliteit ontstaat tussen de professional en de cliënt en dat is dan ook waar de kwaliteit ontdekt wordt (steeds weer). Het gaat om contact, praten met elkaar en hele korte lijnen om het ontdekte een plek te geven. Het is niet maakbaar, het is ‘ontdekbaar’: we hebben probeerruimte nodig. Probeerruimte waarin we met elkaar leren en ontdekken en daar de mogelijkheid voor krijgen (met twee vrije handen).

Door: Roos van Veen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten